voor wie JA zegt
tegen inspirerend en uitdagend onderwijs
Deze titel is hier tussen aanhalingstekens gezet. Dat is omdat je dat begrip rekenproblemen op allerlei manieren kunt lezen.
Hier bedoel ik met die term de 'moeilijkheden die leerlingen kunnen ondervinden bij het zich eigen maken van (aspecten van) rekenvaardigheid en de daarmee verbonden kennis en inzichten'.
Dit type rekenproblemen ontstaan onder meer doordat...
- bij de introductie van een rekenonderwerp
leerlingen te weinig gelegenheid krijgen om
hun eigen ervaringen en voorkennis van
buiten de school te koppelen aan dat 'nieuwe'
aspect van werken met getallen en hoeveel-
heden;
- mede daardoor krijgen ze zo geen gelegen-
heid om op basis van die ervaringen eerst
zelf handelend dat aspect uit te proberen, en
te bespreken met een of twee maatjes, die
daar ook aan toe waren;
- leerlingen te weinig gelegenheid hebben om bij nieuwe aspecten actief te
verkennen wat het verband is met wat ze al weten. Ook helpt een nadere
oriëntatie op wat ze eraan hebben om dat te weten, te herkennen en/of te
kunnen toepassen, voordat ze beginnen zich dat eigen te maken.
- in de opbouw van een leergang wordt vaak te snel naar 'kale sommen'
overgestapt en krijgen leerlingen te weinig gelegenheid om hun denken
te verwoorden, doordat ieder dan stil en alleen moet werken, in de vorm
van antwoordjes invullen (die al in het antwoordenboekje staan en dus
geen persoonlijke kleur hebben);
- leerlingen (en soms ook hun onderwijsgevenden) de indruk hebben dat de
antwoorden de opbrengst van de les zijn. Het gaat echter eerst om het
herkennen van de samenhang tussen de getallen en tussen bewerkingen,
zodat ze op basis daarvan de handigste manier van oplossen kunnen
kiezen bij elk van de sommen die aan de orde komen;
- de manier van instructie geven de leerlingen nauwelijks stimuleert tot
zelf denken. Zeker doordat dit vaak ook klassikaal gebeurt, worden op
die manier alle kinderen ten onrechte over één kam geschoren...
- leerlingen te weinig verband ervaren tussen de activiteiten in de rekenles
en het gebruik van getallen daarbuiten (zoals in andere vakken en in de
werkelijkheid buiten de school);
- de lesjes uit de methode en niet de behoeften van al die verschillende
leerlingen uitgangspunt voor de lessen zijn. Dat maakt rekenlessen niet
effectief, maar leidt ook tot een grote verspilling van de beschikbare tijd.
Het zou zomaar kunnen dat je een of meer van deze punten ook als oorzaak van rekenproblemen bij jullie op school kunt gaan herkennen...
Natuurlijk gebeurt dit meestal niet expres en vaak niet eens bewust. De effecten voor de leerlingen zijn er echter niet minder door. Bovendien is dit een signaal dat je als team niet genoeg gericht bent op de echte leerprocessen van je leerlingen.
Wil je de praktijk op je school eens nader analyseren of wil je al direct aan de slag om dit soort situaties te voorkomen, dan help ik jullie daar graag bij. Door samen die praktijk in de rekenlessen eens kritisch tegen het licht te houden, kan je, op basis van die bevindingen, deze lessen stap voor stap anders gaan inrichten. Dan ga je vast al snel verschillen merken: de kinderen zijn actiever en juist daardoor is ook hun oefenen effectiever. Dat zullen ze zelf ook merken en dat versterkt hun motivatie om zo gericht te oefenen.
Zie voor meer inhoudelijke aanknopingspunten voor een passende didactiek ook mijn boek Rekenonderwijs kan anders. (Dit boek komt in juli 2024 in een 2e editie uit onder dezelfde titel, maar wel met een ander kaft en een extra ondertitel om de accenten nog meer duidelijk te maken - zie bij 'publicaties')
Observeren is een basisvaardigheid voor ieder die op school de leerlingen begeleidt. De kern van observeren is dan dat je waarneemt zonder direct al het gedrag en de reacties van leerlingen te interpreteren of te beoordelen. Daarbij nalaten om etiketten te plakken, blijkt vaak moeilijk! Observeren is daardoor een vaardigheid die veel oefening vergt.
Observeren is ook te zien als een uiting van nieuwsgierigheid. Het is namelijk een onderzoeksvaardigheid, die past bij een professionele onderzoekende houding van onderwijsgevenden. Als onderzoekende leraar stel je een oordeel uit, tot je genoeg weet om tot een afgewogen interpretatie te komen.
Dat je de leerlingen ook gaat uitdagen tot zo'n onderzoekende houding en hen zo aanzet tot observaties en onderzoek, zijn dan een logisch gevolg. Dat geldt niet alleen in de lessen wereldoriëntatie, maar ook bij de aspecten van taal en rekenen!
Wil je deze onderzoekende houding tot een kwaliteit van het team en een kenmerk van de school maken? Wil je specifiek als team aandacht besteden aan die professionele vaardigheid 'observeren'?
Ook bij al zulke wensen help ik jullie graag: als start of om de puntjes op de i te zetten. Daarbij is het goed te weten dat ik over observeren en praktijkonderzoek enkele boeken en artikelen heb gepubliceerd (zie de rubriek 'publicaties' op deze site) en daarmee ook zelf in de praktijk ruime ervaring heb opgedaan.
In maart 2019 verscheen de geheel herziene en uitgebreide editie van Leren kun je observeren. Dit boek, dat ik samen met Gertjan Boog heb gemaakt, was bedoeld voor de pabo, maar wie al in de praktijk werkt vindt er ook nog veel waardevolle aandachtspunten en denkstof in, omdat het gericht is op een vernieuwende praktijk. Dat is wat nodig is, om recht te doen aan de behoeften van al die verschillende kinderen op je school...
powered by
Wiske the cat